Roukema constateert dat de protestantse kerkdienst onder druk staat. Het kerkbezoek neemt al jaren gestaag af en de coronacrisis heeft die tendens alleen maar versterkt. Regelmatig zijn er berichten over kerkgebouwen die worden gesloten en verkocht omdat de exploitatiekosten door de kleiner wordende gemeente niet meer kunnen worden opgebracht. In de R.K. kerk is de situatie nog ernstiger. De Nederlandse bisschoppen hadden dan ook geen opwekkende rapportage voor de paus tijdens hun bezoek dat zij onlangs in Rome brachten.
Daarnaast is er in veel kerken spanning rond de invulling van de kerkdienst. Kort gezegd: ouderen hebben meestal een voorkeur voor de ‘traditionele’ kerkdienst, al wil dat niet zeggen dat deze in de afgelopen tientallen jaren geen veranderingen heeft ondergaan. Dat is wel degelijk het geval: de paaskaars, het kindermoment, een kinderlied, in 2013 een nieuw liedboek, in 2021 een herziening van de nieuwe bijbelvertaling. Al deze veranderingen zijn echter ingevoegd in het vertrouwde patroon dat in een aantal gemeenten een hoger liturgisch karakter heeft: responsies, liturgische gezangen, intochtpsalm volgens de kerkelijke kalender.
Daar tegenover is er in meerdere gemeenten een evangelische beweging. Jongere mensen die hier kerkelijk betrokken zijn – op zich al een opmerkelijk feit vandaag de dag – roeren zich en streven naar vernieuwing van de eredienst. Zij houden van andere liederen, met name uit de bundel Opwekking en andere evangelisch getinte liederen, begeleid door een band. Wanneer hun wens wordt ingebed in de dienst en niet te snel en te overdadig wordt ingevoerd dan kunnen de meeste kerkgangers daar wel begrip voor opbrengen. Maar voor een dergelijk behoedzaam proces hebben deze mensen vaak niet het geduld: zij willen snelle veranderingen doorvoeren en houden te weinig rekening met de oudere generatie.
Deze dingen komen in dit boekje niet uitgebreid aan de orde en hebben ook niet de voorliefde van de auteur die eerlijk zegt: “Al met al betekent dit dat ik het graag een beetje opneem voor de traditionele protestantse kerkdienst” (p. 13). Het is gelukkig geen al te stellig pleidooi en daarom valt de ondertitel van dit boek Kritische beschouwingen over de protestantse kerkdienst best mee. Hij is geen voorstander van een uitgebreid welkom en vele mededelingen aan het begin van de dienst. Al die berichten kunnen inderdaad veel effectiever op een nieuwsbrief worden geplaatst. Ook bij het gebruik van de beamer plaatst hij kanttekeningen.
De preek krijgt vrij veel aandacht en Riemer Roukema heeft “de indruk dat in de huidige tijd in veel gemeenten meestal vriendelijke en bemoedigende preken worden gehouden. Of dat altijd goed is, is de vraag” (p. 77). Ik denk dat mensen vandaag inderdaad dergelijke preken nodig hebben want het leven is voor hen niet altijd even opwekkend. Ik begrijp zijn opmerking wel en daarom mag er – afhankelijk van de bijbeltekst en actuele situatie – ook best ruimte zijn voor kritische bezinning.
Alles in en rond de kerkdienst wordt in dit boekje wel benoemd in voor iedereen begrijpelijke taal.
’s Zondags ga ik naar de kerk – of niet is een bundeling van een reeks artikelen die eerder verschenen in het Friese kerkblad Geandewei.
Riemer Roukema is hoogleraar Nieuwe Testament en onderzoekshoogleraar Vroeg Christendom aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Groningen. Daarnaast heeft hij een kleine aanstelling als predikant in de Waalse gemeente te Zwolle.
Recensie door : Evert van der Veen.
Bron : Bazarow
Het is 23 maart 1901. Nederland telt 5,2 miljoen inwoners. Dat werd er minimaal één…
Geweld in een samenleving vormt een fundamentele bedreiging voor de democratische waarden waarop die samenleving…
Op maandag 22 juli bereikte ons het bericht dat Jan Diek van Mansvelt is overleden.…
Ze moest door een ziekte stilgezet worden om te leren wat communiceren is. Communiceren met…
Je kunt het je vast levendig voorstellen: je zit op de fiets en er rijd…