“De wereld zal je vragen wie je bent, en als je het zelf niet weet, zal de wereld het voor je invullen.” – Carl Gustav Jung
Die zin raakt iets wezenlijks. Wie geen helder besef heeft van wie hij is, van waar hij voor staat, van wat hij verlangt en hoopt, zal vroeg of laat de stem van een ander overnemen. Het gevaar is dan niet alleen dat je van jezelf vervreemdt, maar ook dat je speelbal wordt van krachten die jouw onzekerheid gebruiken voor hun eigen agenda. Identiteit is niet iets dat je zomaar hebt. Het is een zoektocht, een wording, een pad. Maar als je die zoektocht uit de weg gaat, zullen anderen die leegte maar al te graag opvullen met slogans, angsten en vereenvoudigde beelden.
Populisten (fascisten, totalitaristen) begrijpen dit als geen ander. Ze spiegelen je een heldere wereld voor, waarin ‘wij’ goed zijn en ‘zij’ fout, waarin de waarheid eenvoudig is en de toekomst voorspelbaar — mits je maar gehoorzaamt. Ze zeggen wie jij bent, waar je bij hoort, en wie je moet wantrouwen. En als je zelf niet precies weet wie je bent of waar je naartoe wilt, voelt dat bijna als houvast. Een vals houvast, maar wel verleidelijk. Want onzekerheid is moeilijk te dragen. En juist dan klinkt een stem die zegt: “Ik zal je wel vertellen wie je bent” verrassend geruststellend.
De klassieker Alice in Wonderland verwoordt deze dynamiek op speelse wijze. Alice vraagt de Wijze Kater — in het Engels de grijnzende Cheshire Cat — om richting: “Kunt u me vertellen waar ik vanaf hier naartoe moet gaan?” De Kater antwoordt droog: “Dat hangt er helemaal vanaf waar je naartoe wilt.” Alice, geïrriteerd, zegt: “Dat maakt me niets uit.” Waarop de Kater glimlachend concludeert: “Dan maakt het ook niet uit welke kant je op gaat.” Het lijkt een grappig kindergesprek, maar het bevat een diepe waarheid. Wie geen bestemming voor ogen heeft, wie zich innerlijk niet oriënteert op een betekenisvol doel, zal ook niet weten welke weg te kiezen. Dan is alles hetzelfde, of beter gezegd: dan bepaalt iets buiten jou jouw richting.
En dan is er nóg zo’n krachtig beeld: dat van de kleine zeemeermin. Zij heeft een prachtige stem, een gave die haar uniek maakt. Maar ze is verliefd, ze verlangt ernaar om bij de mensen te zijn, benen te hebben en op het land te kunnen lopen. De zeeheks biedt haar die benen in ruil voor haar stem. En ze stemt toe. Ze zwijgt om erbij te horen. Ze offert haar stem op voor de kans op liefde. Maar juist op dat moment verliest ze haar kracht, haar expressie, haar wezenlijke zelf. Want als je je stem weggeeft aan iemand die het zogenaamd goed met je voor heeft, geef je je waarheid uit handen. Je denkt dat je een stap dichter bij jezelf komt, maar wordt juist verleid tot zelfverloochening. Niet ziende dat je bedrogen wordt.
Deze drie verhalen – van de wereld die je identiteit invult, van Alice die geen richting weet, en van de zeemeermin die haar stem opgeeft – vertellen samen één boodschap: als jij niet weet wie je bent, als je je eigen richting niet kiest, als je je eigen stem niet durft laten klinken, dan zal iemand anders dat voor je doen. Dan bepaalt een ander je naam, je route, je verhaal.
Daarom is het gesprek met de Wijze Kater geen kinderlijke fantasie, maar een spirituele aanwijzing: de reis naar buiten begint met een reis naar binnen. En het offer van de zeemeermin is geen sprookje, maar een waarschuwing: geef je stem nooit op, hoe verleidelijk de belofte ook lijkt. Pas wie zichzelf kent, wie weet wat hij zoekt, wie zijn eigen stem durft te laten klinken, kan werkelijk vrij zijn.
Of zoals de Kater het zou zeggen: als het er niet toe doet waar je naartoe wilt, dan doet het er ook niet toe waar je naartoe gaat. Maar als het er wél toe doet… wordt het tijd om je eigen pad te kiezen — en je stem te bewaren.
"Ik ben bang,’ schrijft Stefan Paas, ‘dat we dit steeds vaker zien in politieke partijen:…
“Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen van de Eeuwige genoemd worden.” Deze ene zin…
Wie pleit voor vrede, wordt al snel beschuldigd van naïviteit of verraad: “Moeten we dan…
'Ik moet me er maar bij neerleggen… het is nu eenmaal mijn karma.' Ik hoorde…
‘Waar is het Leven dat we in het leven hebben verloren?,’ vroeg T.S. Eliot zich…
Op 10 april vierenveertig jaar geleden – opende ik mijn ogen in een ziekenhuisbed —…