“Wie weet waar in de Bijbel staat hoe je water in wijn kunt veranderen?” Het klinkt als een grap, maar het raakt iets dieps. Niet de vraag hoe het gebeurde telt, maar de ervaring dat het gewone kan veranderen in vreugde. Zo ook bij Jesaja: God is geen adelaar, maar een beeld voor momenten dat je gedragen wordt. Of bij Noach: de ark is niet een wrakstuk op een berg, maar een symbool van bescherming in de stormen van je bestaan. En Pasen? Geen medisch feit, maar de ervaring dat leven sterker is dan dood.
Verhalen verliezen hun glans als we ze letterlijk willen nemen. Maar wie ze serieus leest, ontdekt hun kracht. Sprookjes, mythen en bijbelverhalen spreken dezelfde taal van poëzie en symbolen. Ze nodigen je uit om jezelf erin terug te vinden. Niet als puzzels die je moet oplossen, maar als spiegels die je aanraken. Zo worden verhalen bronnen van vreugde, troost en bevrijding.