Er sluipt iets gevaarlijks door onze samenleving: een taal die zich hult in realisme, maar doordrenkt is van angst. Een toenemende acceptatie van geweld als onvermijdelijk. Van bewapening als vanzelfsprekend. Van oorlog als noodzakelijkheid. Wie vandaag spreekt over vrede, moet zich verdedigen. Want ‘de wereld is veranderd’, zo luidt het. ‘We hebben geen keuze.’ Vrede is een luxe geworden, iets voor later – als de vijand is verslagen.
Tegen deze fatalistische logica plaatst Eugen Drewermann een radicale tegendraadse gedachte: alleen door vrede komt vrede. In zijn boek ‘Alleen door vrede – Vredeseducatie aan de hand van de Bergrede’ keert hij zich met kracht tegen het idee dat vrede slechts het gevolg kan zijn van machtsevenwicht of militaire afschrikking. Hij stelt dat deze strategie ons gevangen houdt in een vicieuze cirkel van angst, geweld en steeds verder escalerende dreiging. Oorlog, zegt Drewermann, is niet de oplossing van onze problemen – het is het probleem.
In een tijd waarin er steeds luider geroepen wordt om hogere defensiebudgetten, waarin wapens gepresenteerd worden als morele plicht en vredesonderhandelingen als verraad, klinkt Drewermanns stem als een profetisch en pijnlijk alternatief. Niet omdat hij naïef is over het kwaad – integendeel. Maar omdat hij weigert te geloven dat het enige antwoord op geweld méér geweld moet zijn. Zijn analyse is scherp: zolang wij veiligheid blijven definiëren als de afwezigheid van bedreiging, en die afwezigheid proberen af te dwingen met wapens, zullen we nooit vrede vinden.
De kern van zijn pleidooi is existentieel én spiritueel: de enige weg uit deze logica is een innerlijke omkeer. Een omkeer van angst naar vertrouwen, van vergelding naar verzoening, van controle naar compassie. En precies dat is volgens Drewermann de betekenis van de Bergrede. Niet een reeks ethische geboden voor vrome idealisten, maar een diep menselijke therapie voor een wereld die ziek is van angst. Jezus’ oproep om vijanden lief te hebben, niet te oordelen, de andere wang toe te keren – het zijn geen zachte woorden, maar revolutionaire handelingen van verzet tegen een wereld die steeds opnieuw zijn toevlucht zoekt tot geweld.
Wat Drewermann met grote helderheid laat zien, is dat de oorlog niet alleen op het slagveld wordt gevoerd, maar ook in ons denken. In de manier waarop we praten over ‘de vijand’. In de bereidheid om militaire uitgaven te rechtvaardigen met woorden als ‘noodzakelijk’, ‘realistisch’, ‘onvermijdelijk’. In die woorden schuilt de echte dreiging: het verlies van moreel verbeeldingsvermogen. Het geloof dat er geen alternatief meer is. Dat vrede een achterhaald ideaal is geworden.
Juist in die context wordt het des te urgenter om terug te keren naar de kern van Jezus’ boodschap. Niet als theologie, maar als mensbeeld. Als innerlijke weg. Vrede is geen uitkomst van geopolitiek, maar een levenshouding. En geweldloosheid is geen zwaktebod, maar de hoogste vorm van moed. Dat is de paradox die Drewermann ons voorhoudt: de wereld red je niet met macht, maar met menselijkheid.
Het is misschien waar dat de wereld veranderd is. Maar dat betekent nog niet dat wij zelf moeten veranderen in iets wat we niet willen zijn. Juist nu is het nodig dat we de moed bewaren om zacht te blijven waar de wereld hard wordt. Dat we durven blijven geloven in vrede, niet als droom, maar als daad van verzet.
Want zoals Drewermann het verwoordt: alleen de vrede zelf is de weg naar vrede. Alles daarbuiten is slechts een omweg naar verder verlies. En waarom ben ik ervan overtuigd dat Drewermanns pleidooi een zinnige keuze is. Ik hou me bezig met Jiu Jitsu en Wadokai Karate (de weg van de vrede en harmonie). Het is mogelijk om in je kracht te staan en toch de vrede te bevorderen. Het heeft niets met lafheid te maken, maar verder verlies van menselijkheid te voorkomen.
Statistieken en advertenties bekijken
Alle reacties:
10Jij en 9 anderen