Op dit moment laat 25-30% van de Nederlandse bevolking zich inspireren door verschillende geloofs- en wijsheidstradities zonder zich aan één daarvan exclusief te verbinden. Dit worden ‘zoekers’ genoemd. Hans le Grand is zo’n zoeker, en hij promoveert op 6 November op de vraag wat religieuze zoekers geloven en waarom.   

Het boekje “God? Zoeker, wat geloof je?” is een populaire versie van zijn proefschrift. Het behandelt aan de hand van eenvoudige vragen de manier waarop zoekers kunnen denken over onderwerpen die voor hen relevant zijn: goed en kwaad, spirituele groei, waarheid, uiteindelijke werkelijkheid, toegang tot die uiteindelijke werkelijkheid, de essentie van de mens, de wereld, de menselijke gemeenschap, inspiratie en waar het uiteindelijk heen gaat.  Voor sommige van deze onderwerpen wil een zoeker graag stabiliteit. Dat geldt bijvoorbeeld voor het denken over goed en kwaad. Immers, als je vandaag iets verkeerd doet, ben je daar morgen verantwoordelijk voor. Dus je wilt ook als zoeker op een consistente en stabiele manier over ethiek nadenken. Echter niet door je vast te leggen op wat één van de religieuze- en wijsheidstradities zegt, maar op een manier die recht doet aan alle verscheidenheid in wat die tradities zeggen en die ervoor zorgt dat wij als mensen op lange termijn kunnen overleven. Zo kunnen zoekers komen tot een ethiek rond de kernwaarden respect, tolerantie, mensenrechten en duurzaamheid. 

Voor andere onderwerpen geldt dat een religieuze zoeker, in tegenstelling tot mensen die zich aan één religie verbinden, ze open kunnen laten. Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderwerp “uiteindelijke werkelijkheid”. Het is voor zoekers heel goed mogelijk om je zowel te laten inspireren door het Christelijke beeld van de uiteindelijke werkelijkheid “God”, maar ook door het Boeddhistische beeld van “leegte” en door wetenschappelijke inzichten die suggereren dat de werkelijkheid uiteindelijk wordt beschreven door natuurkundige formules. 

Als je als zoeker zulke belangrijke onderwerpen open wilt laten, dan moet je wel goed nadenken over hoe je met die onzekerheid om kunt gaan. De suggestie in dit boekje is om dat te doen door de inzichten van de verschillende tradities te zien als aporieën.   Aporieën zijn verzamelingen uitspraken die ieder, stuk voor stuk, plausibel zijn, maar tegelijk niet helemaal waar kunnen zijn: 

  1. Het Christendom zegt … 
  2. Het Boeddhisme zegt … 
  3. De wetenschap zegt … 

 Aporieën zijn geen exotische filosofische constructies, maar komen veel voor in het dagelijks leven. Denk bijvoorbeeld aan de volgende aporie, die we al als kleuter tegenkwamen:  

  1. Papa zegt … 
  2. Mama zegt … 
  3. School zegt … 

Als je op deze manier tegen religieuze inzichten aankijkt, wordt zoeken een heel logische manier van spiritualiteit: Je gaat dan van geval tot geval bekijken welke denk- en geloofsrichtingen op welk moment het meeste inzicht verschaffen en hoe je dat doet, hangt af van je culturele achtergrond en je eigen levensverhaal. 

 

Geef een reactie

Your email address will not be published.