///

Palestijns predikant: Het is echt alsof we niet bestaan

In de Vredeszaal te Münster, waar in 1648 het vredesverdrag werd getekend dat onder andere een einde aan onze Tachtigjarige Oorlog maakte, hangt aan één van de plafondbalken de spreuk Audiatur et altera pars (Je moet ook de andere kant horen). Het is een oude wijsheid uit het Romeinse recht: hoor en wederhoor. In Münster aangebracht om de vredesonderhandelaars van die tijd de juiste richting te wijzen.

In De andere kant van de Muur, vertelt Munther Isaac, Palestijns christen, vanuit zijn perspectief het ‘andere’ verhaal. De muur is de scheidingsmuur tussen Israël en de Palestijnse gebieden, die sinds 2002 is opgetrokken. Ter verdediging tegen terroristische aanslagen, zeggen de Israëli’s, die spreken van een veiligheidshek. Voor de Palestijnen is het een apartheidsmuur, die nota bene gebouwd op hun grond, fysiek benadrukt hoezeer hun volk gegijzeld is door de Israëlische bezetter. Dezelfde Muur, bestaande uit een combinatie van betonnen muur, hekwerken, wachttorens, checkpoints en niemandsland, wordt vanaf beide kanten dus heel verschillend ervaren. Een ander effect van de Muur is, dat het de Palestijnen buiten beeld houdt. Isaac: “Voor de meeste huidige bezoekers aan het Heilige Land beschermt de Muur ons en onttrekt ons tegelijkertijd aan het zicht. Zij zijn zich niet bewust van ons bestaan. Wij zijn onzichtbaar, verborgen achter de Muur (…) Het is echt alsof we niet bestaan. Naast de betonnen muur loopt er sinds lange tijd een metaforische muur door geest, hart en theologie van de Westerse kerk, die haar weerhield van de noodzaak tot engagement met ons” (pp. 23-24).

Munther Isaac, geboren in Bethlehem, is Luthers predikant en rector van het Bethlehem Bibel College. Hij hoort tot de kleine christelijke minderheid van Palestijnen. Ooit maakten de Palestijnse christenen zo’n 20% van de bevolking uit, maar dat percentage is in de afgelopen decennia drastisch gekrompen. Zoals in het hele Midden-Oosten, staat de christelijke presentie onder druk omdat veel jongeren hun heil elders in de wereld zoeken. Isaac heeft er bewust voor gekozen om met zijn gezin in Palestina te blijven. Met zijn boek wil hij medechristenen in de Westerse wereld de ogen openen voor de andere kant van het verhaal. Want in veel kerken wordt het perspectief op Israël/Palestina bepaald door een eenzijdige blik, waarin de huidige staat Israël wordt gezien als teken van Gods trouw aan het Joodse volk of als vervulling van de oude landbelofte. Ook als christenen terughoudend zijn om deze koppeling één op één te leggen, heerst de idee dat je als christen voor Israël moet zijn en de Joodse staat dient te steunen. Het is een perspectief dat de Palestijnen buitensluit. Dat wil Isaac veranderen: “Dit boek nodigt jou uit om aan de andere kant van de Muur te gaan staan en te luisteren naar onze verhalen en te kijken door onze ogen. Ik vraag je nederig mij toe te staan met je te delen hoe Palestijnen God ervaren, de bijbel lezen en hoe zij zijn aangeraakt en bevrijd door Jezus – ook een Bethlehemmer – die ons heeft uitgedaagd anderen te zien als onze naasten en hen lief te hebben als onszelf” (p. 27).

Hij laat zien hoe de traditionele Israël-theologie in de westerse kerk blind gaat. Vanuit het perspectief van de Palestijnen is de stichting van de Joodse staat, nu 75 jaar geleden, geen godswonder, maar het begin van hun ellende (al-Nakba) die voortduurt tot de dag van vandaag.
De stichting van de staat ging gepaard met geweld, stelselmatige moord en vernietiging van tal van Palestijnse dorpen, een onrechtmatige inlijving van Palestijns gebied en verdrijving van duizenden inwoners waarvan de nazaten tot de dag van vandaag in vluchtelingenkampen leven. Sindsdien is het onrecht voor de Palestijnen alleen maar toegenomen.

Isaac vertelt over zijn ervaringen met ontmoetingen met medechristenen uit de hele wereld tijdens verschillende conferenties, o.a. die hij zelf heeft georganiseerd onder de titel ‘Christus bij de checkpoints’.
Met name uit evangelische kring ontmoet hij veel vijandschap. Volgens Isaac komt dat doordat de Palestijnse christenen het stereotype verhaal doorbreken: “… wij zijn Palestijnen, maar wij zìjn geen moslims. Daarmee problematiseren wij een stereotype en daarmee stellen we het bekende verhaal ter discussie door vol te houden dat het feit dat wij nu in dit land wonen niets te maken heeft met een eventuele botsing tussen de Joods-christelijke beschaving en Islamitische terreur. Het gaat hier niet om een religieus, maar veel meer om een politiek conflict. Dit conflict gaat over moderne historische feiten: dat de ene natie de andere onderdrukt en bezet. (…) Wij zien het probleem hier en vandaag onder ogen en houden vol dat de militaire bezetting van volk en land de kern van het probleem vormt.”

Kritisch onderzoekt hij de bouwstenen van de christelijke zionistische theologie waarmee het joodse nationalisme wordt verdedigd. Hij beschouwt het als een vorm van koloniale theologie: “Theologie, gevormd vanuit machtspositie en privileges, laat geen ruimte voor tegenstemmen. In ons geval: of je bent een supporter van Israël, of je bent een antisemiet (een beschuldiging die Palestijnen en zij, die onze zaak steunen, altijd naar hun hoofd krijgen). Als je een christen bent, dan ben je ook christenzionist, of je bent een ‘vervangingstheoloog’. Er is geen tussenweg. Palestijnse christenen moeten de christen-zionistische theologie onderschrijven en zo niet, dan krijgen zij het stempel van ketter of antisemiet. Ook hier bespeuren wij een superieure en koloniale houding” (p. 67).

Met name het verwijt van ‘vervangingstheoloog’ ligt gevoelig. Het is een discussie die in het westerse christendom speelt waarin eeuwenlang de kerk als vervanging van Israël werd gezien. Na Christus heeft Israël afgedaan en is Gods belofte overgegaan op de kerk is de redenering. De schaamte over dit christelijke denken, dat ernstig verstrikt is geraakt in anti-judaïsme en antisemitisme en bij heeft gedragen aan de Holocaust, legt een zware hypotheek op de christelijke positie. Maar, zegt Isaac, je kunt Palestijnse christenen niet belasten met een westers probleem door vervolgens van hen te eisen dat ze zich voegen in het christen-zionistische perspectief.
Er wordt hem dikwijls gevraagd of hij ‘het bestaansrecht van Israël erkent’, als een soort lakmoesproef. De vraag zelf onthult de dubbele standaard: “Het wekt mijn verbazing, dat ik, levend in bezet gebied, de vraag krijg of ik het bestaansrecht van mijn bezetter erken. Erkent Israël mijn bestaansrecht? En erkennen jullie, christenen die Israël willen verdedigen, mijn bestaans – en mijn zelfbeschikkingsrecht? Hetzelfde geldt voor het recht op zelfverdediging. Christenzionisten houden vol dat Israël recht heeft op zelfverdediging. Hebben Palestijnen recht zichzelf te verdedigen wanneer hun land wordt onteigend of wanneer kolonisten hun velden of huizen verbranden?” (p. 62).

Naast het vertellen van het andere verhaal is er Isaac veel aan gelegen een authentiek christelijk perspectief op de Muur in te nemen. Jezus roept ons op de vraag ‘wie is mijn naaste?’ te blijven stellen. Een muur, fysiek of geestelijk, brengt scheiding aan. Het blokkeert ons de toegang tot elkaar als naasten. “Muren verspreiden angst en bepalen hoe we ‘de ander’ waarnemen. Zij verhinderen gewone mensen van beide kanten elkaar te ontmoeten en zo worden er beelden van de ander geschapen die vaak niet kloppen en een negatieve lading hebben. Muren geven de boodschap door dat de mensen achter de Muur gevreesd moeten worden en niet te vertrouwen zijn. Zij bevestigen keer op keer dat de gewone mensen, die aan beide zijden van de Muur wonen, niet samen kunnen leven. Dat is een foute voorstelling van zaken, die afgewezen en bekritiseerd moet worden” (p. 111-112).

Vanuit die insteek schrijft hij uitvoerig over de Joodse naaste, die geheel anders als de Palestijnen niettemin ook ‘slachtoffer van de situatie’ is. In een apart hoofdstuk gaat hij in op de islamitische naaste.
Hij beklemtoont daarnaast het belang van de Bergrede voor een christelijke praktijk van vrede en verzoening. “Als christenen moeten wij de ethiek en de levensstijl van Jezus herwinnen. Als wij zeggen dat hij Heer is, dan moeten we dat met onze manier van leven demonstreren en belichamen. Wat dat is? Ik noem het een ‘zachtmoedig koninkrijk’” (p. 176).

Vrede is in bijbels perspectief onlosmakelijk verbonden met gerechtigheid. Dat is de erfenis van het judaïsme die in de leer van Jezus prominent aanwezig is, zoals de Bergrede demonstreert. We worden opgeroepen vrede en gerechtigheid te dienen in de wereld van vandaag. “Vrede stichten betekent onder andere dat je risico’s moet nemen en dat je moet luisteren naar beide zijden van het conflict. Het houdt in dat we in situaties komen waar we ons misschien niet op ons gemak voelen en dat we mensen ontmoeten die al door velen zijn gestigmatiseerd, misschien wel door ons. Om vredestichters te zijn, moeten we ons verbinden met de ander die anders is dan wij, en tegelijkertijd ook een mens als wij. Om vredestichter te zijn moeten we oversteken naar de andere kant van de muur” (p. 179).

Munther Isaac is een gedreven gelovige die met hartstocht zich inzet voor recht en vrede. Hij put naar eigen zeggen hoop en moed uit de standvastigheid van het Palestijnse volk én uit de solidariteit van allerlei stemmen die pleiten voor gerechtigheid. Belangrijk is de steun van mensen die hen bezoeken. Hij schrijft met waardering over paus Franciscus, die niet alleen de traditionele pelgrimsoorden in zijn Bethlehem bezocht, maar ook stilstond bij de Muur en daar op indrukwekkende wijze in gebed ging. Het zijn ‘bronnen van hoop’, volgens Isaac: “In uitzonderlijk moeilijke tijden hebben we veel steun gekregen van hen, die bereid waren naar onze kant van de Muur te komen en solidair te zijn met ons. Velen hebben binnen hun eigen traditie kritische vragen gesteld en door solidair met ons te zijn hebben zij veel geleden. Hun houding geeft mij hoop” (p. 218).

Of de Nederlandse christenen daar ook bij horen?
Isaac vertelt over een teleurstellend gesprek met een groep vertegenwoordigers van de Protestantse Kerk (PKN) een aantal jaren geleden. Zij konden niet goed uitleggen wat de ‘onverbrekelijke band’ die hun kerk onderhoudt met het volk Israël betekent voor hun relatie met hun Palestijnse medechristenen. Hij repliceerde toen door te zeggen: “Wat wij, Palestijnen, van u en uw kerk vragen, is dat u ons beiden, Palestijnen en Israëli’s, door dezelfde bril ziet; als gelijkwaardig. Ik maakte hen duidelijk dat ik niet kon accepteren dat zij naar Joden kijken met een theologische bril, en naar Palestijnen door de bril van liefdadigheid. ‘Wij hoeven uw sympathie niet, noch uw liefdadigheid en nog minder uw geld, zei ik tegen hen. ‘Wij willen worden gezien en behandeld als gelijkwaardig’” (p. 126).

Wellicht dat inmiddels het denken en handelen binnen de kerken in ons land aan het verschuiven is. Het verslag van het recente bezoek van een delegatie van de Raad van Kerken biedt hoop. Evenals de heroriëntatie die momenteel binnen de PKN gaande is en die binnenkort moet leiden tot een aangepast kerkelijk visiedocument.

Het is te hopen dat de vertaling van dit belangrijke boek, waaruit in deze recensie bewust ruim is geciteerd om aan de auteur stem te geven, daaraan positief bijdraagt.

Munther Isaac laat op overtuigende wijze, vanuit zijn persoonlijk perspectief als gedreven christen de andere kant van de Muur horen. Het is een verhaal dat ondanks al het onrecht en de tamelijk uitzichtloze situatie door de recente politieke ontwikkelingen, toch de hoop levend houdt. “Wij hebben een radicale boodschap met radicale uitwerkingen: liefde tot de vijand en die blijven zien als een mens zoals wij. Deze boodschap van de andere kant van de Muur is een uitdaging voor alle vormen van macht en controle. Zij houdt kritiek in op misbruik van bijbel en religie, die vanuit een houding van zelfrechtvaardiging en hoogmoed verdeeldheid brengt. Deze boodschap stelt elke theologische ideologie onder kritiek, die superioriteit en vooroordelen in de hand werkt. Zij bekritiseert daarnaast de mentaliteit van rijkdom en macht, en houdt tegelijkertijd een uitnodiging in, onze gekruisigde dienaar en nederige koning te volgen. Hij dient een koninkrijk van zachtmoedigheid dat de Herodussen en de Caesars van deze wereld uitdaagt” (p. 230).

Je zou wensen dat zijn boodschap ook deze laatsten, de hedendaagse politici bereikt. Misschien dat dan de vermanende wijsheid uit de vredeszaal te Münster 375 jaar nadien resulteert in een vredesakkoord dat een einde maakt aan een conflict dat al bijna net zo lang duurt als onze Tachtigjarige Oorlog.
De geschiedenis bewijst gelukkig dat muren kunnen vallen.

Munther Isaac, De andere kant van de MuurUitgeverij Van Warven 2023, 233 pag. €19,90
(vertaling van The Other Side of the Wall, 2020)

Geef een reactie

Your email address will not be published.