Het lijkt een behoorlijk zwaar onderwerp: een geestelijk verzorgster die gesprekken heeft met een weduwnaar die een doodswens heeft. De Steenwijkse auteur Bertha Kruizinga (68) hoopt echter dat veel mensen juist ook kunnen genieten van haar verhaal. ,,Ik denk dat ik een gemakkelijk leesbaar verhaal geschreven heb over een aantal ongemakkelijke onderwerpen.’’
In het boek komen levensbeschouwelijke thema’s aan de orde als de zin van het leven, angst voor dementie, hulpverleningsrelaties, vriendschap en de liefde. ,,Als je een beetje flink doorleest dan zou je het verhaal in een avond uit kunnen lezen, maar het liefst zou ik willen dat je het af en toe weglegt’’, zegt Bertha. De boerendochter uit Assen heeft veel affiniteit met haar onderwerp, maar benadrukt dat het zeker geen autobiografie is.
Ze trouwde met een predikant, was onder andere acht jaar maatschappelijk werkster, 6 jaar docent godsdienst, werkte met mensen met dementie en als geestelijk verzorger. Ook verzorgde ze weeksluitingen in een verpleeghuis. Schrijven heeft ze altijd al gedaan, en er verschenen al eerder uitgaven van haar hand. Zo schreef ze over bewoners van een verpleeghuis, in de verhalenbundel ‘Graag gedaan’ , dat in 2017 verscheen. Ook in ‘Bina’ speelt een verpleeghuis een belangrijke rol. Het is de plek waar geestelijk verzorger Bina (de hoofdpersoon) werkt.
Doodswens
Bina gaat gesprekken aan met de gepensioneerde Menno, een weduwnaar die zelfstandig woont, redelijk gezond is én een doodswens heeft. Gaandeweg deze gesprekken wordt Bina niet alleen geconfronteerd met haar eigen waarden en normen, maar ook met oud zeer dat zij diep weggestopt heeft. Verder lopen er enkele verhaallijnen door het boek over bewoners van het verpleeghuis waar Bina werkt.
Thema’s die aan de orde komen zijn: de zin van het kwetsbare leven, hoe verhouden wij ons met ouderen en mensen met dementie, angst voor dementie, en hoe ga je om met oude pijn,. Ook spelen vriendschap én de liefde een niet onbelangrijke rol. ,,Ik hoop dat de lezers meeleven met Bina, die het allemaal zo goed wil doen en met de markante Menno. Een van mijn mee-leesvriendinnen vertelde dat ze bijna te laat bij haar cliënt kwam omdat ze toch wel heel graag wilde weten hoe het afliep!’’
Euthanasie
In haar vorige woonplaats Amersfoort bezocht Bertha een avond met als inleidster Els van Wijngaarden. Die sprak over haar boek ‘Voltooid leven’ , een onderzoek naar 70-plussers die niet ‘uitzichtloos’ en ‘ondraaglijk’ lijden, maar wel een serieuze doodswens hadden. Na de pauze ging een man uit het publiek staan en zei: „Als ik niet meer weet wie mijn vrouw is, dan is voor mij het einde oefening.” Een keurige gekapte en chique geklede dame viel hem daarin direct bij. „Mijn arts had me beloofd”, zei ze „mij euthanasie te verlenen als ik eraan toe zou zijn. En nu ben ik eraan toe, en nu weigert hij.”
Bertha: ,,Na die avond bleef ik met veel vragen zitten. Waarom wil iemand niet verder leven? Is het angst om oud en afhankelijk te worden, om dat laatste stukje niet meer mee te willen maken? Is het eenzaamheid, lichamelijke en geestelijke achteruitgang, afhankelijk worden? Een nutteloos, leeg gevoel? Ik wilde erachter komen wat mensen drijft.’’
Ze hoopt dat haar boek vragen oproept, ,,zodat we met elkaar blijven nadenken en blijven praten over deze onderwerpen.’’
‘Seniorist’
Bertha noemt zichzelf een ‘seniorist’: ,,Ik wil opkomen voor de waardigheid van ouderen. Ik vind het jammer als er neerbuigend of misprijzend naar ouderen toe wordt gedaan, dat past volgens mij niet als wij een zorgzame samenleving willen zijn. Misschien moeten we stoppen met die verkleinwoordjes: Iemand met goede bedoelingen zei eens over mijn moeder (ze is 104 geworden), ‘wat een dapper wijffie’. Ik dacht: dapper is ze wel, maar wijffie?’’
,,Mensje, mannetje, kereltje, vrouwtje, oudje, allemaal liefkozend bedoeld en ongewild toch denigrerend’’, vervolgt ze. ,,Ik ben voor de emancipatie van de ouderen. Zodat ouderen in onze samenleving de plek krijgen die ze verdienen. En dat kan ook een verpleeghuis zijn. De meeste mensen willen daar absoluut niet terechtkomen, maar de realiteit is dat mensen ook tot rust kunnen komen in een verpleeghuis. Voor mensen met dementie kan de wereld namelijk heel angstig zijn.’’
Actueel
Bertha snijdt een actueel onderwerp aan: in 2020 werd het wetsvoorstel ‘Voltooid leven’ ingediend. Dit wetsvoorstel had als doel mensen van 75 jaar en ouder hulp bij zelfdoding te verlenen als zij hun leven ‘voltooid’ achten. De Raad van State heeft hier een negatief advies over uitgebracht aan de Tweede Kamer.
Bertha: ,,Het ligt in de lijn der verwachting dat er opnieuw een wetsvoorstel wordt ingediend. Tussen de regels door kun je mijn mening hierover wel lezen, maar ik heb het boek niet geschreven om anderen te overtuigen.’’
Een van de redenen om dit boek te schrijven, komt voort uit haar werk met mensen met dementie. ,,We zeggen wel eens: een mens is meer dan zijn ziekte. Naar mijn diepe overtuiging geldt dat ook voor mensen met dementie. In hun kwetsbaarheid en vaak onbegrepen gedrag, doen zij een sterk appèl op onze zorg en liefde. Ook een appèl om hen op waarde te schatten. Ik hoop als ik zelf deze ziekte zou krijgen, dat er dan mensen zijn die mij op een gelijkwaardige manier liefdevol verzorgen en ook oog hebben voor mijn levensverhaal, oog hebben voor wie ik was en voor wie ik dan ben.’
Bron: steenwijkercourant.nl