De commandant van het ledikant

Het is 23 maart 1901. Nederland telt 5,2 miljoen inwoners. Dat werd er minimaal één minder die zaterdag. In Terwolde stond de tijd ‘des namiddags ten zeven ure’ even stil. Keuterboer en dagloner Arend Berends, de overgrootvader van journalist/auteur Gerrit Wolters, stierf. Op zijn 45ste. Aan de longziekte tuberculose (tbc), destijds doodsoorzaak nummer 1. De klap kwam hard aan in de buurtschap Spekhoek bij Terwolde. Arends vrouw Jannetje bleef achter met tien kinderen en was nog in verwachting ook. 

Het grote gezin werd niet alleen voortijdig vaderloos, ook moeder Jannetje overleed al jong: op 54-jarige leeftijd. Op dat ogenblik woonden nog vier kinderen thuis; de jongste was nog geen 14 jaar. Later zou tbc de levens van nog twee gezinsleden eisen: dat van oudste zoon Berend (31) en van jongste dochter Jannetje (26). Niet alleen ziekte, ook armoe was troef. Zeker in al die jaren dat er geen waterleiding, geen riolering, geen gas en ook geen elektriciteit was in het buitengebied van Terwolde. Elektriciteit kwam er pas in 1959, water en riolering nog jaren later. De afgelegen Spekhoek, waar de tijd min of meer stil was blijven staan, was pas laat aan de beurt: de aansluiting op gas duurde tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Hoe is het de gezinsleden vergaan? Hoe werden al die klappen opgevangen? Bleven ze allemaal honkvast in de gemeente Voorst wonen, zoals hun voorouders generaties lang deden? Hoe verging het hun nakomelingen? Arends achterkleinzoon Gerrit Wolters (Deventer, 1945) wilde antwoord op die vragen en struinde jarenlang gedreven de hele geschiedenis door – op zoek naar feiten, foto’s, verhalen en verwikkelingen. Die speurtocht resulteerde in het boek De commandant van het ledikant, waarin een beeld wordt geschetst van het leven van keuterboeren, tuinders, dagloners, wegwerkers en middenstanders op het platteland in de vroege 20ste eeuw. 

In het boek is een centrale rol ingeruimd voor Wolters’ grootvader Jan Hendrik Berends; een van de negen zonen van Arend. Hij steeg van alle gezinsleden het hoogst op de maatschappelijke ladder. Na de oorlog werd Jan Berends niet alleen PvdA-raadslid en wethouder van de gemeente Voorst, maar vervulde hij ook tal van maatschappelijke functies. In totaal was hij bijna acht jaar wethouder van onderwijs en sociale zaken. Zijn politieke bewustwording ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog toen Berends werd gegijzeld door de Duitsers en hij ervan overtuigd was dat hij zou worden doodgeschoten. 

De basis voor zijn loopbaan werd gelegd in het leger waar hij zijn boekhouddiploma haalde. De invloed van de militaire dienst is de rest van zijn leven merkbaar gebleven: hij bleef een cavalerist tot in de kist. Jan Berends maakte namelijk al snel overal de dienst uit. Niet alleen als wethouder, ook tijdens zijn werk als boekhouder bij de veiling Deventer en Omstreken bleef zijn sturende persoonlijkheid niet onopgemerkt, wat uitmondde in een stevig en langdurig conflict met het bestuur. En hoe was dat bij hem thuis? Zagen zijn vrouw en kinderen een andere man? Nee. Commanderen kon hij ook daar als de beste. Vandaar de titel: De commandant van het ledikant.