Herleving gedachtengoed Carl Gustav Jung

Jung zet alles wat hij in zijn binnenwereld tegenkwam in het kader van wat hij ‘De nieuwe religie’ noemt. ‘De jaren waarin ik de innerlijke voorstellingen volgde,’ zo schrijft Jung, ‘vormden de belangrijkste tijd van mijn leven. Mijn volledige latere werkzaamheden bestonden uit het bezig zijn om dát verder uit te werken.’ Op 5 januari 1922 voerde Carl Gustav in zijn slaapkamer een gesprek met zijn ziel over zijn roeping: het formuleren van een nieuwe religie op basis van deze innerlijke voorstellingen, op basis van zijn dromen.

Op 5 januari 1922 voerde Carl Gustav Jung een gesprek met zijn ziel over zijn roeping:   
Ik: ‘Ik bemerk dat ik met jou moet praten. Waarom laat je mij niet slapen, terwijl ik toch zo moe ben? Ik voel aan dat het feit dat ik verstoord ben van jou afkomt. Wat brengt jou ertoe om mij wakker te houden?’
Z.: ‘Nu is het niet de tijd om te slapen, maar zou je wakker moeten zijn en je moeten voorbereiden op gewichtige zaken in nachtelijke werken. Het grote werk vangt aan.’
Ik: ‘Wat voor groot werk?’
Z.: ‘Het werk dat gedaan moet worden. Het is een groots en lastig werk. […] Al lange tijd was je te onbewust. Nu moet je naar een hoger niveau van bewustzijn.’
Ik: ‘Ik ben bereid. Wat is het? Spreek!’
Z.: ‘Luister: Om geen Christen meer te zijn is gemakkelijk. Maar hoe nu verder? 
Want er staat meer aan te komen. Alles wacht op jou. En Jij? Jij blijft zwijgzaam en hebt niets te zeggen. Maar je zult moeten spreken. Waarom heb jij het plotselinge inzicht ontvangen? Dat moet je niet verbergen. Jij bekommert je om de vorm? Is de vorm belangrijk als het om het plotselinge inzicht gaat?’
Ik: ‘Maar wat is mijn roeping?’
Z.: ‘De nieuwe religie en haar verkondiging.’
Ik: ‘Oh God, hoe moet ik dat doen?’
Z.: ‘Wees niet zo kleingelovig. Niemand weet dat zo goed als jij. Niemand, die het zó zou kunnen zeggen als jij.’[…] Zijn ziel drong er hier bij hem heftig op aan om zijn materiaal te publiceren, waartegen hij zich verzette.

Ordening

Drie dagen later deelde de ziel hem mede over de nieuwe religie: Dat de nieuwe religie zichzelf echter alleen uitdrukt in de transformatie van menselijke betrekkingen. De betrekkingen laten zich ook door de diepste wijsheid niet vervangen. Bovendien bestaat een religie niet alleen uit kennis, maar ook uit hoofde van haar zichtbare trede in een nieuwe ordening van menselijke levensverhoudingen. Verwacht daarom geen verder inzicht van mij. Jij weet alles wat er te weten valt vanuit de aan jouw gemanifesteerde onthulling, maar je leeft op dit moment niet alles dat geleefd moet worden.’ Jung’s Ik antwoord daarop: ‘Dat kan ik nu wel begrijpen en accepteren, maar het is mij duister hoe de kennis in het leven zou moeten worden omgezet. Dat moet jij mij leren.’ Zijn ziel vertelde: ‘Daar is niet veel op te zeggen. Het gaat er niet zo rationeel aan toe als jij geneigd bent te denken. De weg is symbolisch.

Levendigheid

Jung-kenner Karen Hamaker noemde het Rode Boek een intiem boek: het laat in alle openheid zien wat zich heeft afgespeeld in het onbewuste van Jung: innerlijke dialogen, opduikende beelden, personages die zich uitkristalliseerden, gedachten van overwegingen.  Zowel ’s nachts als overdag wordt Jung door zijn innerlijke wereld niet met rust gelaten. In 1925 gaf hij een college aan Princeton University over z’n introductie tot de Jungiaanse psychologie[i]. Hij schrijft over zijn angsten en dromen: “Ik kon niets beginnen met de droom. Behalve dat het onbewuste een geweldige levendigheid ervoer. Ik kende geen techniek om tot de bodem van deze activiteit te komen. Het enige wat ik kon doen was alleen maar wachten, doorgaan met leven en op mijn fantasieën letten. En hij vertelt hoe hij op 12 december 1913 besloot om de stroom innerlijke beelden toe te laten en ze als werkelijkheid te accepteren. Hij wordt deelnemer als wat zich innerlijk afspeelt.”

Zelfkennis

Karen vertelt in haar verhaal hoe Jung het innerlijk niet makkelijk heeft gehad, maar een paar dingen hielden hem op de been: yoga en tekenen. En hoewel het hem de nodige instabiliteit opleverde ging hij door met zijn innerlijke experimenten. Liber Novus werd een weergave van zijn eigen individuatieproces. En dan gebruikt ze een paar zinnen die ons midden in een spanningsveld brengt, het spanningsveld tussen de diverse disciplines. De vraag ‘wat is de ziel?’, is dat een psychologische vraag, of een filosofische of een religieuze? Wat is het wezen van Zelfkennis? Wat is de essentie van het verenigen van tegendelen, van het innerlijke en uiterlijke mannelijke en vrouwelijke? Ik stel deze vragen toch nog eens een keer, nadat u deze vragen al vele keren voorbij hoorde komen.”

In het proces dat later op gang kwam, noteerde hij al zijn dromen, ervaringen en inzichten. Het waarnemen van zijn droomwereld wijdde hem in in de geheimen van de menselijke psyche. In het Rode Boek doet Jung verslag van een periode van een levenscrisis, waarbij hij zich overgeeft aan een diepgaand innerlijk proces, waarbij hij uiteindelijk zijn eigen ziel ‘hervindt’. Jungs dromen worden z’n belangrijkste gidsen op weg naar het ontdekken van de essentie van het Leven.

In de wereld van de droom ontmoet hij Atmavictu (de adem des levens), Philemon (de oude magiër), en Izdubar (de stier-mens). Philemon wordt vervolgens een gids die hem helpt zijn ervaringen te integreren en in een nieuw begrippenstelsel onder te brengen. En wat is de zin van dit alles? In de nieuwe religie gaat het over het ten volle ervaren van onze wezenskern, het Zelf. Op het moment dat iemand bewust contact heeft met dit Zelf, ervaart hij/zij zichzelf als heel en verbonden met het Leven, met een hoofdletter.