/

Het kleine goede doen

Je leest het regelmatig: een verkeersongeluk met doden. Het raakt je, maar al snel vraagt een ander artikel in de krant je aandacht. Hoe diep ingrijpend een ongeluk is voor nabestaanden, voel je bij lezing van De troost van het kleine goede – omstanders in actie van Henk Westerveld. Hij verloor zijn twee kinderen van 18 en 22 jaar bij een verkeersongeluk in Zuid-Spanje (1999). Ook een oom en neef kwamen om. Zo’n slechtnieuwsbericht krijgen slaat een krater. En je valt er zelf in.

Westerveld schrijft vlot. Je wordt direct ook omstander in zijn verhaal. En één vraag komt direct boven: hoe krijg je dit rond? Hoe kun je dit ooit rijmen met je godsgeloof? Westerveld zit vol met woede. Woedend is hij op de chauffeur die met versleten banden op de auto van zijn kinderen inreed, woedend op de Spaanse politie die zeer traag en slordig was in de afwikkeling van de zaak. Maar dat er ook een ander verhaal te vertellen is, klinkt al door in de titel van het boek: ‘de troost van het kleine goede’. Het is een kracht die Westerveld op de been heeft gehouden.

In het eerste deel schrijft hij – in de ik-vorm – achttien kleine verslagen van omstanders die nabij waren in de periode na het ongeluk. Zoals de leraar van de duikschool die beide ouders een jaar later ontving op het Spaanse strand en met hen naar de plek voer waar de kinderen hun duiklessen kregen: “En daar heb ik gezwegen en hen aan hun eigen gedachten overgelaten. Net zo lang als ze wilden.” Westerveld kruipt in een ander klein verslag in het hoofd van een vriend van zijn zoon, samen hadden ze een bijbaantje als vakkenvuller: “Met ons clubje van vijf hebben we vanaf de volgende dag geholpen met alles wat er moest gebeuren (…). Met het vullen van zijn laatste vak hebben we hem een handje geholpen.” Zo zijn er de verhalen van een journalist, de uitvaartbegeleider, de verzekeringsagent, de predikant en nog meer omstanders die meer dan het gewone doen: het kleine goede, een term van de Frans-Joodse filosoof Levinas.

Er zit wel een verschil in het karakter van het goede. Westerveld gebruikt daarvoor de twee Griekse woorden voor tijd, chronos en kairos. Chronos is de tijd van onze agenda, van de afspraken, kairos voor de onderbreking daarvan. Gevulde tijd, tijd van aandacht, verlangen. En de ene omstander zat op de lijn van de kairos: de huisvriend die net als de vrienden van Job geen woorden weet te vinden. Een ander is van de chronos: de journalist die alleen de feiten nodig heeft voor een bijdrage in de krant. De mensen om hem heen deden Westerveld in het algemeen goed, maar het zijn vooral de kairosmomenten die hem verder brengen, die hem helpen in het rouwen, in het uithouden.

Al die goedheid brengt hem bij nog diepere, meer spirituele lagen in zijn leven. Het is het gelaat van de Ander (met een hoofdletter), “het mirakel van het humane van de mens” (Levinas) waar de schrijver door geraakt wordt. In een bijlage in het boek gaat Westerveld nader in op de vraag naar zijn Godsgeloof na zo’n ramp. Hij komt uit bij Job. God heeft dan wel zijn controle over de schepping verloren en is misschien zelfs vertrokken, Hij heeft wel sporen nagelaten. Zoals de vrienden van Job. Zonder die vrienden is het spoorzoeken naar God er niet gemakkelijk op geworden. Maar juist dit “netwerk van God” geeft hem hoop op een toekomst; zonder zijn kinderen, maar in vertrouwen.

Westerveld heeft een indrukwekkend boek geschreven, waar misschien ook een les in zit voor de lezer. Een oproep om niet aan de zijlijn te blijven staan als je getuige bent van verlies in je omgeving. Een enkel woord of gebaar is soms al genoeg. Je hebt iets te geven: het kleine goede doen is een groot gebaar.


Henk Westerveld
De troost van het kleine goede – omstanders in actie
Uitgeverij Van Warven, 152 blz., €17,95
Score: 4 sterren

Recensie door: Jos van Oord
Deze recensie is oorspronkelijk verschenen in het tijdschrift Volzin, nummer 2, februari 2024.


Nieuwsgierig naar het boek? Klik hier om het boek te bestellen.