Eigenlijk zijn het drie boeken. Een boek met overwegingen over de Schepping. Een boek met beschouwingen over o.m. de Bergrede, het Onze Vader en de Tien Woorden. En een boek vol causerieën over van alles en nog wat in en om de Utrechtse Tuindorpkerk gedurende het voorlaatste decennium van de vorige eeuw (1982-1992). Drie delen samengevoegd onder de titel ‘Verhalen wijzen de weg’. De meeste van die verhalen waren ooit ’zondagsverhalen’, verteld door een ‘hemelventer’ zoals een predikant in Vlaanderen wel genoemd wordt. Veel ‘geeltjes’, dat wil zeggen veel oude door het zonlicht goudgeel gerijpte preken! ‘De oogst van leren en vieren’ luidt de ondertitel dan ook, waarbij ik zinspelend dacht aan de dichtregel van Adriaan Roland Holst: doe mij in de oogst geloven, waarvoor ds. Henk J. Huyser al meer dan zestig jaren dient.
Gods Minstreel
Op de zaterdag voor de ‘Zondag van komen en gaan’[1] werden in het witte kerkje van Lochem de verzamelde verhalen aan de schrijver overhandigd ter ere van zijn 60-jarig ambtsjubileum. Glunderend nam hij het boek in ontvangst. Een paar weken later hoorde ik de zevenentachtig jarige jubilaris fluisteren: ‘het is nog steeds boeiend’, wat ik inmiddels volmondig kon beamen. Als ik mijn eigen preken en causerieën van meer dan dertig jaar geleden lees, valt me op hoezeer de tijd eraan geknaagd heeft. Maar de wegwijzende verhalen van Henk Huyser hebben iets tijdloos. Ze ‘huysen’ steevast in de tijd waarin ze geschreven zijn, maar wijzen speels en verwachtingsvol naar wat nog allemaal komen moet. Alles in de helder uitgesproken geloofstraditie waarin Jezus geboren en getogen, geleefd en geloofd heeft. Vergelijkbaar met de ernst en humor die voor Joodse geloofstradities zo kenmerkend zijn. Vlotte, verrassende en aanstekelijke taal. In de week van het compliment zou ik Henk Huyser tot Joculator Dei[2] willen uitroepen, tot Gods Potsenmaker en Minstreel van het jaar 2024.
Een voorbeeld
Iedereen kent de Hebreeuwse letter ב waarmee de Bijbel begint. Evenals de les die erbij hoort: “Hol niet zomaar de schepping binnen. Er is een geheim. Sta er in verwondering bij stil. Je komt de Bijbel, het verhaal van Gods optiek op het leven, niet anders binnen dan met ingehouden adem”. Oké, dat is Joodse verteltrant! Maar een goede Minstreel uit de Lage Landen vertelt daarna óók over de allereerste letter van zijn eigen Statenbijbel uit 1644, die opvallend groot is, de“I” van in den beginne. Die eerste letter herinnert onze Minstreel aan monniken, die in hun middeleeuwse handschriften ware kunststukjes van de eerste letters maakten. Wanneer Henk Huyser op zondagochtend, als een klein wat onzeker mensje opziend tegen zijn hoogheilige taak, de kansel moet beklimmen, staat hij als het ware onderaan die hoge letter I, vertelt hij.Het eerste wat hij dan hoort is: “Kijk om te beginnen omhoog, jij gebogen Sammie, leer naar boven kijken. Er is altijd meer dan jij oppervlakkig dagelijks ziet. Meer dan mensen, dieren, bomen, planten. Meer dan wat krantenberichten melden aan geweld, dood en angst, allerwegen gezaaid (…). Kijk toch hoger, kijk verder, er is nog een wenkende toekomst”. Hij weet van geen ophouden: “Toen ik langer keek werd die I steeds sprekender. Het werd een lichtgevende verbindingsstreep tussen boven en beneden, tussen hemel en aarde (…), een lichtende ladder zoals bij Jakob in de droom, – op de aarde met de top in de hemel, en engelen gaan op en neer”. Minstens vier spijlen heeft die ladder, vier houvastmomenten: “Richtingwijzende woorden van God, dat zijn de spijlen van de I-ladder.” Vervolgens tuimelt Gods Potsenmaker via Vrouwe Wijsheid[3], de wijsheid van Tora[4] én de wijzen van Israël[5], in de handen van Jezus Christus, die voor de apostel Paulus het beginsel van alles is[6]: vuurkolom in diens nacht, bliksemschicht op heldere dag. Dat is volgens onze Minstreel, de kern, de pit en het vruchtbeginsel van ons bestaan.
Leg een ‘Huyser’ naast je TV
Ik heb inmiddels heel wat van de goudgele oogst uit het werk van Henk Huyser tot mij genomen. De lust om te gaan preken zoals hij is I-torenhoog. Hij preekt en schrijft beeldend, associatief, uit het leven gegrepen, en zich lavend aan de fonteinen van de Joods-christelijke dialoog. Iedereen die na de corona crisis besloten heeft om thuis te blijven en via een livestream de eigen plaatselijke kerkdiensten bij te wonen, raad ik aan het boek van Henk Huyser aan te schaffen en het naast de TV te leggen. Als de aandacht voor de eigen kerkdienst dan verslapt, hebt u altijd nog een ‘Huyser’ om de zondagochtend tot een feest te maken. Heb ik geen kritiek op het boek? Nee, behalve dat veel typfoutjes zijn blijven staan.
Reinier Gosker, op de dag van het compliment, 1 maart 2024
—-
Henk J. Huyser, ‘Verhalen wijzen de weg. De oogst van leren en vieren’, – met een korte levensloop van de schrijver. Uitgeverij Van Warven, Kampen 2024. 360 blz. ISBN 978-94-93349-03-2. Prijs € 24,95
[1] Zo noemde Willem Barnard de 3e Zondag van Epifani, als er gelezen wordt over een melaatse die zich moet tonen aan de priester, en over de zieke slaaf van de hoofdman van Kafarnaüm – Mattheus 8,1-13
[2] Herman Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur 1400-1560, pag. 47 e.v.
[3] Spreuken 8:22
[4] Exodus 24:7
[5] ”Soms durven Israëls wijzen te zeggen, die ladder dat mogen wij zelf zijn voor de wereld. Israël is eersteling, beginsel, principe, licht voor de volkeren, om weerspiegelen de wijsheid van boven.”, – pag. 243
[6] Collossenzen 1:18