Vrijheid… ieder mens snakt ernaar. We willen vrij zijn van. Vrij van gevangenschap,
van wat en wie ons inperkt of belemmert, stoort of frustreert. We garanderen
vrijheid via rechten en plichten, zo nodig af te dwingen via de wet, minstens veilig
te stellen via een contract. Een verworvenheid, en vandaag oogt ze evident.
Wie Franciscus van Assisi ontmoet, ontwaart een heel andere weg: blijf elkaar
nabij, ga teder om met allen én met alles, betoon respect voor de traditie waaruit
je voortkomt… Een weg van open worden jegens vrij zijn voor. ‘Nemen’ verliest aan
belang, er komt ruimte voor ‘krijgen’ en voor ‘overgave’. Blijkt, dat receptief leven
hand in hand gaat met receptief sàmenleven. Daarin leren we, dag na dag en met
vallen en opstaan, wat onvoorwaardelijk liefhebben wil zeggen. Stilaan worden we,
soms zelfs ongeweten, ànders vrij. Vrij want geborgen in de diepte.
En ja: Franciscus leefde in de Middeleeuwen, wij leven nu. Maar net als hij kunnen
we elkaar ontdekken als broer en zus, als mens onder mensen, als schepsel
tussen schepselen… Ook ons leven kan uitmonden in lofzang aan het leven in al
zijn facetten en kleuren. Spontaan. Pas dan verandert de situatie waarin we ons
bevinden ten gronde, en wel allereerst via onze blik. Mens worden is, vandaag als
altijd, leren kijken met ogen van liefde. Franciscus zegt ons: met de ogen van God.