//

Jezus, de pionier zonder poeha

Pioniers gaan waar nog geen gebaande wegen zijn. Zij stappen buiten de kerkelijke bubbel en zijn er op uit om mensen te ontmoeten in hun dagelijks leven. Voor en met die mensen willen zij ruimte scheppen voor levensvragen. Dat kan in een café, een huiskamer, in een klooster of op een wandelpad. Het is missionair werk dat begint bij de waardering voor gewone menselijke nabijheid.

Op de achtergrond van dat werk staat de christelijke traditie, waaruit soms muziek, woorden en rituelen naar de voorgrond worden geschoven, omdat ze iets wezenlijks zeggen. Het pionierswerk gaat over menselijke ervaringen als eindigheid, eenzaamheid, verrassing en verandering. Het vereist fijngevoeligheid om zo bij anderen te zijn dat hun situatie zo goed mogelijk belicht en verlicht wordt. Wat ‘gewoon’ lijkt, is vaak diep. En wat diepzinnig of gelovig lijkt, is soms oppervlakkig.

Dit boek komt voort uit theologische vragen die leven bij praktijkmensen in dit kerkelijke pionierswerk. Pioniers trainen lang en gewetensvol om te onderscheiden wat voor mensen om hen heen echt telt en belangrijk is. Zij geven aan, dat zij niet al te zwaar beladen willen zijn met theologisch hoogdravende of idealistische gedachten. Maar zij zoeken wel theologische doordenking en onderbouwing van hun werk en zijn daarover met elkaar in gesprek. Welk zinnig spreken over God, wereld en mens ontstaat er in de ontmoeting met mensen die niet in of met de kerk grootgebracht zijn? Welke prille vormen van gemeenschap ontstaan er met mensen die zich verzetten tegen formules en formaliteiten? Op welke manier kun je als pionier refereren aan Jezus, die zonder poeha pionierde?

In dit boek krijgt de term ‘ruimzinnig’ een inkleuring. De term ‘ruimzinnig’ ontstond enkele jaren geleden als aanduiding voor een stroming in kerk en theologie, die ruimte wilde bieden om geloof, hoop en liefde te delen, zonder versteend kerkelijk jargon. Die stroming wil ruimte claimen voor een verassende en verfrissende omgang met Bijbel en geloof. Zij wil het bevrijdende en bijzondere van de bronnen van geloof niet laten verwateren. Intussen voelen veel mensen die met missionair werk bezig zijn, zich met die term ‘ruimzinnig’ verwant. Je zou kunnen zeggen dat het een verbindende stroming is tussen vrijzinnigheid en orthodoxie.  

Ook mensen die pioniers ondersteunen en belangstelling hebben voor hun werk, zullen veel lezenswaardigs in dit boek vinden. Het is aanbevelenswaardig voor studenten en mensen die erover denken om te pionieren in hun eigen geseculariseerde omgeving.  

Als vervolg op Ruimzinnig pionieren. Praktijkverhalen. (red. Jeannet van Doorn) is onlangs verschenen: De inspiratie van ruimzinnig pionieren: beschouwingen van theologen bij een groeiende praktijk (red. Mechteld Jansen en Berthe van Soest).